Projectomschrijving
De antitumorale werking van geuren
De werking van geuren op de emoties is al lang bekend. Ze werden in vroeger tijden al ingezet als etherische olie om genezing te stimuleren. Lavendel is misschien wel de meest bekende bij slapeloosheid en nervositeit. Geuren zijn de sleutels tot de ziel. Geuren roepen emoties en herinneringen op aan gelukkige tijden. De geur van lavendel is voor mij verbonden met het gevoel van vrijheid en dolce far niente. En de geur van roos herinnert aan liefde en zorgzaamheid. In mijn praktijk werk ik graag met etherische olie en zie de meerwaarde ervan iedere dag. Ik gebruik het vermengd met massageolie en breng het aan op de huid. Maar je kan het ook verdampen in een olielampje, dan werkt met name de geur.
Er is veel onderzoek gedaan naar de werking van aromatherapie bij kanker. Een Chinees onderzoek uit 2010 laat zien dat etherische oliën niet alleen werken op de emoties. Etherische oliën bevatten allerlei bioactieve stoffen zoals monoterpenen, sesquiterpenen die een antikankerwerking hebben en de activiteit van de witte bloedcellen verhogen.
Niet alle etherische oliën hebben dezelfde werking. Tijmolie liet een brede werking zien bij prostaat-, long- en borstkanker. Kaneel en jasmijn vooral op prostaat- en longkanker en minder op borstkanker. De antitumorale werking van lavendelolie en citroengras is aangetoond bij darmkanker en melanoom en grapefruitolie bij leukemie. De effecten van lavendelolie bij borstkanker zijn nog niet duidelijk. Mogelijk hebben de bioactieve stoffen ook een werking op het hormonale systeem. Daarom wordt lavendel bij voorkeur niet gebruikt bij borstkanker.
We zien dus een meervoudig effect van deze etherische oliën: ze werken op onze emoties, kunnen worden ingezet om de bijwerkingen van chemo- of radiotherapie te verminderen, ze versterken het immuunsysteem en hebben – als slagroom op het toetje – een antitumorale werking.
Laat je daarom vooral verleiden door geuren en vindt de verbinding met je ziel.
Karine de Laat www.therapie-renkum.nl
Stel je voor: je zit met een groep mensen in een ruimte. Het is stil. Plots gaat de deur open en komt er iemand binnen. Binnen een fractie van een seconde besluiten mensen of er met de nieuwe persoon contact gemaakt wordt of niet. Wat – zo blijkt uit onderzoek – blijkt nu de beslissende factor om al of niet contact te maken? Juist. Of iemand lekker ruikt of niet! Verstandige uitleg van onze keuze in deze heeft slechts de functie ons meer instinctieve gedrag te legitimeren.
Helemaal waar! Afgelopen week nog in de krant dat digitaal daten vaak misloopt omdat er iets ontbreekt. Ja, persoonlijk contact natuurlijk, maar vooral GEUREN!
Zeker waar, maar ik verwacht dat er naast de geuren ook nog iets anders meespeelt. Namelijk de totale energie van een persoon, de aura.