Projectomschrijving
‘Symmetrical Tonic Neck Reflex’, de STNR
De invloed van primaire reflexen
Wanneer je lichaam automatisch reageert op prikkels, komt dit door je reflexen. Je wordt ermee geboren. Reflexen helpen je met overleven; je weet daardoor bijvoorbeeld, wanneer je moet: zuigen, grijpen of schrikken. Wanneer je ouder wordt, integreren deze reflexen in bewuste bewegingen.
Wanneer er problemen zijn geweest tijdens de zwangerschap, geboorte of na de geboorte, blijkt soms dat enkele reflexen te actief blijven of juist helemaal afwezig bij het kind. Dit heeft invloed op zijn gezondheid en welzijn.
Figuur 1: Positie 1 – in flexie: dit is de eerste houding van een baby vanuit liggen naar kruipen.
De STNR zorgt ervoor, dat wanneer je hoofd naar achteren buigt, je armen zich strekken en je benen zich buigen en wanneer je je hoofd naar voren buigt, je armen zich buigen en je benen zich strekken. Je hoofdbeweging is dus gekoppeld aan je arm- en beenbewegingen. De STNR bestaat uit drie houdingen: in flexie, in extensie (sfinx positie) en in extensie op handen en knieën. Een baby maakt hiermee de overgang van liggend op de vloer naar kruipen. Tegelijkertijd speelt deze reflex een belangrijke rol tijdens de ontwikkeling van zien, horen en ruimtelijk inzicht.
Figuur 2: Positie 2 – in extensie (Sfinx positie): dit is de tweede houding van een baby van liggen naar kruipen.
De STNR verschijnt al in de dertiende zwangerschapsweek. Deze reflex wordt pas actief, wanneer een baby ongeveer zes maanden oud is. Normaal gesproken integreert deze reflex in het volledige bewegingssysteem op de leeftijd van tien maanden.
Figuur 3: Positie 3 – in extensie op handen en knieën: dit is de laatste houding naar kruipen. Vanuit deze houding is kruipen mogelijk.
Kinderen met een onvoldoende geïntegreerde STNR kropen nauwelijks op handen en knieën. Het zijn de billenschuivers, of kruipers met rechte armen en benen (de zogenaamde berengang), of ze slaan de hele kruipfase zelfs over.
Wanneer de reflex niet op het juiste moment integreert, veroorzaakt het problemen en beperkingen in de coördinatie van bewegingen van nek, handen, armen en hoge rugspieren. Je ziet dit bijvoorbeeld aan moeite hebben met: haren kammen, tandenpoetsen, netjes met mes en vork eten, netjes schrijven èn aan: onhandig zijn, een hekel hebben aan sport en moeite hebben met zwemmen….. Ze hebben vaak een ‘slechte’, gebogen houding en een bijzondere ‘loop’.
Het zijn ook de kinderen, die steeds maar opstaan tijdens het eten of als ze aan een tafeltje zitten te werken. Wanneer ze hun hoofd naar voren buigen strekken hun benen zich. Als ze opkijken, dan strekken de armen zich. Eten of schrijven zittend aan tafel is vrijwel onmogelijk. Dat wat recht wil zijn, wordt niet krom en andersom, als dat nodig is.
Net als de ATNR, geeft de STNR problemen in de samenwerking van de ogen. Waar de ATNR het zicht belemmert in het vlak links-rechts, belemmert de STNR het zicht in het vlak boven-onder. Afwisselend scherp kijken dichtbij in je boek en veraf op het bord is dan moeilijk.
Figuur 4: W-zit: in plaats van op hun knieën zitten kinderen met een onvoldoende geïntegreerde STNR vaak met hun billen op de grond tussen hun voeten, zodat de benen een W vormen op de grond.
Om de reflex te onderdrukken, zitten deze kinderen vaak onderuit gezakt, in W-zit of met hun benen om de stoelpoten. Deze reflex onderdrukken kost een kind veel energie en heeft vaak chronische stress als gevolg. Hun immuunsysteem staat voortdurend onder druk. Deze kinderen zijn vaak uitgeput, ziek, of klagen over hoofdpijn of nekpijn. Ze zijn vaak zo druk bezig met de reflex onderdrukken, dat ze afgeleid zijn van de lesstof. Kinderen met aandachts- en concentratie-problemen, ADHD, dyslexie, dyscalculie of dyspraxie hebben vaak een onvolledig geïntegreerde STNR-reflex.
Problemen met deze reflex uiten zich op verschillende manieren. Gelukkig laat een eenvoudig test zien of de aanwezige symptomen te maken hebben met de STNR. Als dat zo is, is er gelukkig iets aan te doen met behulp van specifieke primaire reflexintegratie oefeningen. Daardoor integreert de STNR-reflex alsnog. De meest voorkomende methoden hiervoor zijn MNRI (Masgutova Neurosensomotorische Reflex Integratie), RMT (Rhythmic Movement Training) en INPP (Institute for Neuro-Physiological Psychology).
Integratie van deze reflex zorgt ervoor, dat recht toch weer krom wordt en andersom op momenten, dat dit nodig is. Dat is fijn, want dan wordt aan tafel zitten een stuk relaxter en is er meer aandacht voor bijvoorbeeld de lesstof.
Milou van Rooij – de Vries, Maarssen www.cho-behandelingen.com
Milou, wat heb je dit weer prachtig geschreven!
Bedankt Erica. Deel gerust.
Beste Milou, bedankt voor deze informatie. Nu heb ik een vraagje: worden dit soort klachten bij een ergotherapeut of fysiotherapeut geconstateerd? Of zijn hier andere wegen voor? Ik hoop van je te horen. Met vriendelijke groet, Tanja
Graag gedaan Tanja. Er zijn fysiotherapeuten, die met reflexintegratie (methode MNRI) werken. Maar veel reflexintegratie behandelaren hebben andere achtergronden, waaronder natuurgeneeskundig therapeut, zoals ikzelf. Elke MNRI behandelaar kan onderzoeken of de klachten te maken hebben met onvoldoende geïntegreerde reflexen en kan hiermee aan de slag. Bij de meeste behandelaren is geen verwijzing nodig van fysiotherapeut of huisarts. Als er nog meer vragen zijn, stel ze gerust.
Met hartelijke groet Milou
Milou,
Heel erg bedankt voor jou informatie.
Je geeft aan dat kinderen dan ook moeite hebben met zwemmen. Wat zie je dan vooral bij de zwemles? Wat kunnen ze niet?
En wat kun je dan doen om dit wel aangeleerd te krijgen:)?
Ben erg nieuwsgierig:)
Ze kunnen bijvoorbeeld niet het hoofd boven water houden, of hun benen gaan erg naar beneden. De schoolslag is vaak een probleem.
Na de integratie van de STNR met specifieke houdingen en oefeningen lukt het vaak wel.